
HILVERSUM - De publieke omroep heeft een oplossing gevonden voor het Eurovisie-dilemma. De omroep zal het liedjesfestijn komend jaar wel uitzenden, maar zonder het geluid. Op deze manier voldoet de publieke omroep aan de wettelijke verplichting om het evenement te verslaan, zonder de kijker bloot te stellen aan de controversiële klanken uit Israël.
Vanwege de Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza vindt de omroep dat Israël uitgesloten had moeten worden. Nu Israël toch mag meedoen, trekt Nederland zich terug. De publieke omroep heeft echter een wettelijke plicht om het Songfestival uit te zenden. Daarom zal het festival wel te zien zijn, maar niet te horen.
Mediadeskundige Paul van Geelkerken spreekt van een uitstekend compromis: “Door het geluid weg te laten, decontextualiseer je het evenement. Je reduceert het Songfestival tot wat het in essentie is: een reeks onsamenhangende visuele prikkels met veel glitter en wapperende vlaggen. Zonder de muziek wordt de politieke lading geneutraliseerd en blijft er puur abstract theater over.”
Critici verwachten dat de artistieke kwaliteit van het festival door de maatregel zal toenemen.

