
ROTTERDAM - Nederland gaat ruim 8 miljoen ton kruiden en specerijen teruggeven aan Indonesië. Demissionair minister Moes heeft daar toestemming voor gegeven, na een positief advies van de Commissie Koloniale Specerijen. Het gaat om onder meer nootmuskaat, kruidnagel, kaneel en peper die in de 17e en 18e eeuw door de VOC onder twijfelachtige omstandigheden naar Nederland zijn gehaald.
Al geruime tijd is bekend dat de handelsvoorwaarden destijds niet correct waren en mogelijk zelfs onwettig. Daarom heeft het kabinet besloten de hele voorraad terug te sturen. Het eerste schip vertrekt morgen vanuit de haven van Rotterdam, met aan boord ruim zestigduizend potjes nootmuskaat en een map met recepten.
De Indonesische minister van Landbouw, Andi Sulaiman, noemt de teruggave van de specerijen ‘een stap naar het helen van historische wonden’. Hij zegt hiermee te hopen op ‘het herstel van een verstoorde keten van culinaire uitwisseling’.
Minister Moes spreekt van ‘een correctie die eigenlijk al veel eerder had moeten plaatsvinden’. Hij benadrukt dat het gaat om een enorme logistieke operatie, waardoor er in Nederland een tijdelijk specerijentekort kan ontstaan. “Uw eten is in de komende tijd misschien wat flauwer dan u gewend bent, maar dat is tijdelijk”, aldus de minister.