Met slechts twee gouden medailles staat Nederland op de negende plaats in het klassement bij de Olympische Spelen in Tokio. Volgens de Nederlandse olympiërs zijn hun matige prestaties goed te verklaren. Het voedsel schijnt namelijk zeer Japans te zijn.
Technisch directeur Maurits Hendriks van sportkoepel NOC*NSF laat weten dat de situatie van de Nederlandse sporters allesbehalve ideaal is. Zo is het eten in Tokio volgens Hendriks zeer vreemd: “Pindakaas, hagelslag, boerenmetworst, witte puntjes en andere doodnormale etenswaren zijn hier absoluut niet te krijgen. Wel allerlei vreemde lange slierten en gekke visdingetjes. Het lijkt wel een psychologische oorlogsvoering.”
Ook de sporters zelf zijn ‘not amused’. Vooral de sporters die in quarantaine zitten klagen steen en been: “We zijn heus niet de moeilijksten. Een beetje flexibiliteit mag je ook best van ons vragen. Maar wat wij voorgeschoteld krijgen is echt absurd. Het lijkt helemaal niet op het Japanse eten dat wij in Nederland gewend zijn. Zo is er geen enkele portie foe yong hai, babi pangang of kipsaté te krijgen. We vragen ons zelfs af of we hier wel authentiek Japanse gerechten krijgen.”