Het Wereldvoedselprogramma (WFP) staat volgens Margot van der Velden, directeur voor West- en Centraal-Afrika, onder grote druk door forse bezuinigingen van westerse landen op noodhulp.
Deze regio wordt naar eigen zeggen het zwaarst getroffen door de teruglopende financiering, waardoor humanitaire hulp wordt afgebouwd. In landen als Tsjaad, Burkina Faso, Nigeria, Mali, Mauritanië, Niger, Kameroen en de Centraal-Afrikaanse Republiek kampen miljoenen mensen met acute voedselonzekerheid, mede veroorzaakt door klimaatverandering en aanhoudend geweld. De situatie verslechtert, terwijl de vraag naar noodhulp stijgt.
Van der Velden signaleert ook dat binnenlandse problemen en stijgende defensie-uitgaven in westerse landen de aandacht en middelen voor buitenlandse hulp verkleinen. Zo is het budget voor humanitaire hulp in Oekraïne recent gehalveerd. Wereldwijd daalt het budget voor noodhulp van 10 miljard naar naar verwachting 6 miljard euro, wat de hulp aan bestaande crises ernstig bemoeilijkt.
Investeringen in lokale oplossingen zijn essentieel, maar noodhulp blijft hard nodig.
