Demissionair minister van Justitie Van Oosten (VVD) heeft zich na stevige kritiek uit de Tweede Kamer duidelijker uitgesproken over de relschoppers die zaterdag in Den Haag vernielingen aanrichtten en agenten aanvielen.
Aanvankelijk weigerde hij zich uit te spreken over hun motieven en verwees naar politie en rechter voor een oordeel. Tijdens het debat over antisemitisme noemde hij de daders echter "extreemrechtse relschoppers" die onder meer de Hitlergroet brachten en antisemitische leuzen riepen. Van Oosten veroordeelde dit gedrag stellig als nazistisch en verwerpelijk.
Diverse Kamerleden, waaronder van D66, SP en GroenLinks, uitten hun irritatie over zijn aanvankelijk starre opstelling en drongen aan op duidelijke woorden. De minister erkende later dat hij te terughoudend was geweest om rechtszaken niet te beïnvloeden, maar benadrukte dat hij wil dat de daders straf krijgen. Donderdag volgt een Kamerdebat over de rellen in Den Haag, waar ook beschadigingen aan het Binnenhof en het D66-partijbureau plaatsvonden.