Universal Music hoeft de artiesten Arriën Molema, Henk Westbroek en Marinus de Goederen geen hoger deel te geven van de streaminginkomsten van hun muziek, zo oordeelde de rechtbank in Amsterdam.
De muzikanten eisten de helft van de opbrengst per stream, terwijl Universal Music het aandeel al verhoogde naar 20 procent. De artiesten stelden dat het platenlabel weinig extra werk verricht voor digitale distributie, maar Universal stelde juist dat het veel heeft geïnvesteerd om inkomsten uit streaming mogelijk te maken. De rechtbank beperkte zich tot het contractuele kader van de drie betrokken artiesten en concludeerde dat er geen bewijs is dat Universal te lage royalty’s heeft betaald.
Universal Music sprak van tevredenheid over het oordeel, terwijl de discussie over de lage opbrengsten via platforms zoals Spotify en Apple Music voortduurt. Artiesten en brancheverenigingen waarschuwen dat ondanks groeiende streaminginkomsten, muzikanten vaak amper rondkomen van hun vergoedingen. Ook in het buitenland leidde deze problematiek al tot parlementair onderzoek.
