Tijdens de VN-plastictop in Genève wordt druk gedebatteerd over het recyclen van plastic, terwijl een wereldwijd akkoord onzeker blijft.
Economische belangen blijken voor sommige landen zwaarder te wegen dan milieuschade. In Senegal is dit dilemma duidelijk zichtbaar. Bedrijven als Sunu Plastic Odyssey in Dakar verwerken plastic afval tot bouwmaterialen en meubels, waarmee ze niet alleen het afvalprobleem aanpakken, maar ook werkgelegenheid creëren.
Toch wordt minder dan 10 procent van het plastic daadwerkelijk gerecycled; de rest komt vaak in de natuur terecht. Dit zorgt voor vervuiling van stranden en zeeën. Buitenlandse partijen exporteren bovendien nog steeds plastic afval naar Senegal.
Ondanks een wetgeving uit 2020 die een verbod instelde op wegwerpplastic, blijven sommige problematische producten, zoals zakjes drinkwater, veelvuldig gebruikt vanwege hun economische belang voor velen. De overgang naar milieuvriendelijke alternatieven verloopt moeizaam, mede doordat Senegal en andere olieproducerende landen hun economische groeikansen niet willen opgeven. Experts benadrukken de noodzaak van structurele veranderingen en bewustwording rondom plasticgebruik.