In Nederland neemt de druk op literaire vrijheid toe door intimidatie en agressie richting schrijvers en uitgeverijen.
Zowel fysieke bedreigingen als online haatberichten zorgen ervoor dat sommige boekhandels en bibliotheken uit angst boeken verwijderen of censureren. Deze praktijk, alomtegenwoordig in landen als de Verenigde Staten en Hongarije, vormt een bedreiging voor de vrije meningsuiting en de democratische infrastructuur. Tijdens de Lezersmars in Utrecht, aftrap van de Week van het Verboden Boek en het International Literature Festival Utrecht, waarschuwen organisatoren voor deze zorgwekkende trend.
Onderzoek uit 2024 toont aan dat een op de zeven schrijvers te maken heeft gehad met bedreigingen. Voorbeelden zijn schrijfster Lale Gül en kinderboekenschrijver Pim Lammers die onder druk zijn gezet vanwege hun werk. Ook bibliotheken merken dat pagina’s uit boeken worden gescheurd door mensen die het niet eens zijn met bepaalde inhoud, wat de vrijheid van de collectie onder druk zet.
De betrokkenen benadrukken dat literatuur een veilige plek moet blijven waar iedereen vrijelijk kan lezen en nadenken.
