
KAATSHEUVEL - Het is slecht gesteld met de eikenprocessierups. Het beestje, dat vooral in Brabant voorkomt, lijkt ten onder te gaan aan zijn eigen succes. Ook zou een parasiet de populaire rups opeten.
“Mensen kunnen de eikenprocessierups over het algemeen wel waarderen”, stelt boswachter Ruben de Wit. “Zo wordt het beestje vaak geroemd om zijn helende werking bij huidaandoeningen en nemen veel mensen één of meerdere eikenprocessierupsen in huis voor de gezelligheid. Zij aaibare vachtje en de zachte haartjes dragen natuurlijk bij aan zijn populariteit. Niet voor niets worden eikenprocessierupsen ook wel ‘knuffelrupsjes’ genoemd.”
Asiel
Volgens de Wit eist dat wel zijn tol. Zo kan het diertje zich eenzaam voelen als hij ontpopt is tot een vlinder en het tijd is om uit te vliegen: “In tegenstelling tot de rups ziet de eikenprocessievlinder er een stuk minder schattig uit. Ze worden daarom vaak gedumpt in een asiel of simpelweg losgelaten in de natuur. Wanneer zo’n beestje dan opeens op eigen benen moet staan, kan dat tot grote problemen leiden. En je kunt het je bijna niet voorstellen, maar er zijn helaas dierenbeulen actief die het specifiek op deze beestjes gemunt hebben.”
Toekomst
Liefhebbers van de eikenprocessierups willen dat het diertje een beschermde status krijgt. “Na de wesp en de mug is het nu tijd om de eikenprocessierups van de ondergang te redden”, aldus De Wit. “We moeten er alles aan doen om de eikenprocessierups voor de toekomst te behouden, zodat ook onze kinderen en kleinkinderen nog van deze mooie diertjes kunnen genieten.”