Foto: Huw Fairclough / Shutterstock.com
“Er is gewoon niets meer aan. Overal waar wij komen is het een smerige bende.” Mathieu van der Poel en zijn collega-veldrijders hebben het helemaal gehad met deze sport. Van één ding zijn ze zeker: “ze doen het gewoon om ons te pesten. Als die wegwielrenners een wedstrijd hebben, liggen de wegen er wél altijd netjes bij.”
Van der Poel: “Als veldrijder verwacht je over een veld te rijden, maar natuurlijk niet over allemaal van die modderige paadjes. Je gaat iedere keer op je bek en na afloop heb je wel een uur nodig om weer een beetje warm te worden en al die bagger eraf te krijgen. Wat ons betreft gooien die organisatoren gewoon een laag asfalt over die viezigheid, maar daar zijn ze waarschijnlijk te lamlendig voor.”
“En ik zal het je nog sterker vertellen”, vervolgt hij: “pas kwamen we op een parcours waar zelfs nog boomstammen over de weg lagen. Hadden ze niet eens opgeruimd. Dan moet je dus afstappen en een stuk gaan lopen met je fiets onder je arm. Dat heeft toch niets meer met wielrennen te maken?”
