AMSTERDAM - De ongemakken die vrouwen ervaren bij een bevalling komen in de buurt van de lijdensweg van patiënten met mannengriep. Dat blijkt uit een jarenlange studie van het Instituut voor Testosteronlogica en Selectieve Empathie (ITSE).
Professor Jan-Willem Stoer (44), als onderzoeker verbonden aan ITSE en voormalig mannengrieppatiënt, licht toe: “Het is algemeen bekend dat een mannengriep wel drie dagen lang ongenadig hard kan toeslaan. Maar een bevalling brengt ook ongemakken met zich mee, ook al duurt een bevalling maar een paar uurtjes. Vrouwen zijn gevoelige wezens en het bagatelliseren van een bevalling zou beledigend kunnen overkomen. We moeten het dus niet doen alsof het niets is, maar het is wel goed dat ze nu eindelijk een idee hebben van wat wij doormaken.”
Onderzoeksresultaten bleken jarenlang lastig te vergelijken. Een lastige factor hierbij was dat een vrouw zich maandenlang op de bevalling kan voorbereiden, terwijl de mannengriep zich zeer plotseling kan manifesteren.
Simulator
De studie werd uitgevoerd met behulp van geavanceerde technologie zoals een simulator die vrouwen een fractie van de klachten van de mannengriep laat voelen, zoals het overweldigende verlangen om onder een dekentje te sterven, maar tegelijkertijd heel veel aandacht nodig te hebben.
De reacties van vrouwelijke proefpersonen waren gemengd. De 32-jarige Laura, moeder van drie, zei: “Ik dacht dat weeën heftig waren, maar na vijf minuten op die simulator besefte ik dat ik misschien te weinig waardering heb voor mijn man. Je gaat gewoon kapot! Ik snap nu waarom hij zoveel Nutella op zijn brood smeert als hij ziek is.”
Erkenning
Stoer pleit voor meer aandacht voor de ongemakken van de bevalling: “Natuurlijk is het emotioneel zwaarder voor mannen, dat zal altijd wel zo blijven. Want na het doorstaan van de mannengriep krijgt geen man de heldenstatus, geen waardering door bloemen en kaarten. Geen bezoek dat de overblijfselen op schoot neemt. Maar zo’n vrouw moet toch ook een hoofdje van 36 cm door een gaatje van 10 cm persen. We willen geen wedstrijd over wie de meeste pijn heeft, maar iets meer erkenning voor de barende vrouw is wel op z’n plaats.”