De Verenigde Staten verhogen de kosten voor het H-1B-visum aanzienlijk, van ongeveer 1500 dollar naar 100.
000 dollar per jaar. Dit visum wordt gebruikt om hoogopgeleide kenniswerkers toe te laten die vaardigheden bezitten die op de Amerikaanse arbeidsmarkt moeilijk te vinden zijn. Handelminister Lutnick benadrukt dat het nieuwe beleid bedoeld is om Amerikaanse banen te beschermen en liever afgestudeerden van Amerikaanse universiteiten in te zetten.
Het H-1B-visum werd in 1990 ingevoerd en is vooral populair in de technologiesector, met grote afnemers als Amazon, Microsoft en Meta. Ongeveer 70 procent van de visumaanvragen komt uit India. Kritiek komt van tegenstanders die stellen dat het systeem vaak wordt misbruikt en de lonen in de VS onder druk zet.
De maatregelen hebben geleid tot onrust onder huidige visumhouders. Grote techbedrijven adviseren werknemers om voorlopig niet naar het buitenland te reizen en buiten de VS zijnde deelnemers snel terug te keren. Het besluit veroorzaakte ook dalingen in aandelenkoersen binnen de technologiesector.