De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft geoordeeld dat het UWV drie patiënten met de ziekte ME onterecht arbeidsvermogen heeft toegeschreven.
Volgens de hoogste rechter in sociale zekerheidszaken heeft het UWV onvoldoende rekening gehouden met de ernst van de ziekte en de specifieke klachten, zoals post-exertionele malaise (PEM) en posturaal orthostatisch tachycardiesyndroom (POTS). Daarmee erkent de rechtbank dat ME veel beperkender kan zijn dan door het UWV eerder werd vastgesteld. De zaak draait om drie mensen die aangaven niet in staat te zijn om 32 tot 40 uur per week te werken.
Zij voelden zich niet goed beoordeeld door het UWV. Het is volgens belangenorganisaties bijzonder dat nu eindelijk zoveel erkenning komt voor de beperkingen van ME. De uitspraak dwingt het UWV om binnen acht weken opnieuw te kijken naar de dossiers en hierbij het oordeel van een onafhankelijke deskundige te volgen.
Wat deze uitspraak betekent voor toekomstige UWV-beoordelingen moet nog blijken.