In de nacht van dinsdag op woensdag werden vier Russische drones neergehaald nadat ze het Poolse luchtruim binnenvlogen.
Dit leidde voor het eerst sinds de Russische invasie van Oekraïne tot militair ingrijpen door NAVO-landen, waaronder Nederlandse F-35-straaljagers. Polen deed onder artikel 4 van de NAVO een oproep tot spoedoverleg, omdat het land zich "het dichtst bij een gewapend conflict sinds de Tweede Wereldoorlog" voelt. Diverse NAVO-leden en de EU wijzen op een waarschijnlijk opzettelijke Russische provocatie, hoewel de Nederlandse premier Rutte voorzichtig blijft en wacht op het onderzoek.
Rusland ontkent dat de drones op Polen gericht waren en beweert dat ze niet ver genoeg konden vliegen. Belarus stelt dat de drones van koers raakten door 'jamming'. Experts noemen deze verklaringen ongeloofwaardig en zien het incident als een bewuste test van de NAVO-reactie.
NAVO-landen onderzoeken inmiddels welke tegenmaatregelen mogelijk zijn, waarbij een doelbewuste actie van Rusland kan neerkomen op een oorlogsdaad, hoewel dit niet automatisch oorlog betekent.