De begroting die op Prinsjesdag werd gepresenteerd, wordt gezien als beleidsarm en zonder verrassende nieuwe plannen.
Politieke partijen zijn het erover eens dat er snel belangrijke besluiten genomen moeten worden. GroenLinks-PvdA-leider Timmermans wil na de verkiezingen graag samenwerken om onder andere de woningbouw te versnellen en de begroting aan te passen. Ook D66 en de SP zien mogelijkheden om voor de verkiezingen nog wijzigingen door te voeren, bijvoorbeeld het terugdraaien van onderwijsbezuinigingen en het schrappen van de verkorting van de WW-duur.
De overgebleven coalitiepartijen VVD en BBB moeten het voorlopig zonder nieuw kabinet doen, wat samenwerking in de Tweede Kamer noodzakelijk maakt. De Troonrede vroeg politieke partijen op volwassen wijze samen te werken, wat onder meer door VVD-leider Yesilgöz en BBB-leider Van der Plas werd onderschreven. Tegelijkertijd bestaat er kritiek, vooral vanuit de oppositie, die het kabinet verwijt weinig daadkracht te tonen en te weinig aandacht te hebben voor klimaat, natuur en asielbeleid.
CDA, JA21 en andere fracties vinden dat de begroting tekortschiet in investeringen op lange termijn en missen concrete acties. Kortom, er heerst onvrede over het gebrek aan overtuigende plannen, terwijl het politieke landschap zich voorbereidt op de verkiezingen van 29 oktober.