De publieke omroepen in Nederland slagen er nog niet in om gezamenlijk omroephuizen te vormen, zo schrijft demissionair mediaminister Robbert Moes aan de Tweede Kamer.
Ondanks de wens van het kabinet om het aantal omroephuizen terug te brengen naar vier of vijf omstreeks 2029, vinden de omroepen geen overeenstemming over een passende samenwerkingsvorm. Verschillende belangen en voorkeuren leiden tot verdeeldheid; enkele omroepen vrezen dat een omroephuis een 'mini-NPO' wordt waarin ze concurreren om financiering. Het kabinet wil met deze herstructurering het aantal bestuurders verminderen en bezuinigen op de publieke omroep.
Volgens de minister is er voldoende draagvlak voor verandering, maar ontbreken heldere kaders om die verandering te realiseren. Sommige omroepen pleiten voor drie omroephuizen, wat volgens het kabinet echter te complex is vanwege het aantal partijen dat samen moet werken. Belangrijk is dat alle bestaande omroepen in de omroephuizen een plek moeten krijgen, hoewel aspirant-omroepen als Ongehoord Nederland en Omroep Zwart nog niet zijn betrokken.
NOS en NTR blijven buiten deze samenwerking. Het College van Omroepen benadrukt dat de politiek nu duidelijke richtlijnen moet geven om verdere stappen mogelijk te maken.
