President Paul Kagame van Rwanda en de Congolese president Felix Tshisekedi hebben in Washington een vredesakkoord ondertekend, waarmee zij hun jarenlange conflict officieel willen beëindigen.
De Verenigde Staten, de Afrikaanse Unie en Qatar fungeerden als bemiddelaars in het proces. Ondanks deze ceremoniële bekrachtiging wordt er nog steeds gevochten in het grensgebied, met name in de Congolese provincie Zuid-Kivu, waar officiële wapenstilstanden al sinds juni gelden. Amerikaanse president Donald Trump omschreef de stap als een kans voor beide landen om samen te werken en economisch te profiteren, ook vanwege nieuwe samenwerkingen op het gebied van zeldzame grondstoffen, waar de VS een strategische inhaalslag wil maken tegenover China.
Critici uiten echter twijfels over het werkelijke effect van het akkoord, aangezien de rebellengroep M23, nauw verbonden met Rwanda, niet aanwezig was bij de onderhandelingen en het voortbestaan van geweld onmiskenbaar blijft. Burgers in het conflictgebied blijven sceptisch over de internationale inspanningen en vrezen dat de ondertekening geen daadwerkelijke verbetering van de veiligheid met zich meebrengt.

