Over anderhalve maand vindt in Belém, Brazilië, de internationale klimaattop COP30 plaats.
De Braziliaanse president Lula da Silva koos bewust voor deze locatie in de Amazone om het belang van het behoud van de natuur te benadrukken. De stad onderging aanzienlijke verbouwingen, met uitbreidingen van het vliegveld, nieuwe hotels en een groot vergadercentrum. Hoewel 90 procent van de bouw volgens het lokale bestuur klaar is, groeit de kritiek.
Hotels zijn schaars en extreem duur, met prijzen tot 700 euro per nacht, wat de inclusiviteit van de top voor vertegenwoordigers uit het Globale Zuiden in gevaar brengt. Daarnaast stuit de aanleg van een nieuwe vierbaansweg rond Belém op protest vanwege ontbossing en negatieve effecten op lokale vissersgemeenschappen. Dorpsleider Diana dos Santos hekelt de schade aan natuur en leefomgeving.
Tegelijkertijd verwachten velen in Belém economische kansen door de toeloop van bezoekers, wat positieve ontwikkelingen voor de regio kan betekenen. De discussie rondom COP30 weerspiegelt de complexe balans tussen economische groei en milieubehoud.