Het demissionaire kabinet heeft een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd dat de voorrang voor statushouders op sociale huurwoningen wil afschaffen.
Gemeenten mogen in de toekomst niet langer statushouders voorrang geven puur vanwege hun status. Premier Schoof noemt het voorstel evenwichtig en benadrukt dat statushouders nog steeds voorrang kunnen krijgen bij urgente situaties, zoals echtscheiding of ziekte. Minister Keijzer van Volkshuisvesting vindt de huidige regeling oneerlijk voor mensen die al jaren op een wachtlijst staan, omdat statushouders binnen 14 weken na verblijfstatus een woning toegewezen krijgen.
Hoewel de Raad van State in een kritisch advies stelt dat statushouders vanwege hun kwetsbare positie op de woningmarkt juist voorrang nodig hebben om gelijkwaardig behandeld te worden, wordt deze kritiek door het kabinet niet gedeeld. Keijzer benadrukt dat het verbod op voorrang juist gelijkheid bevordert, zeker gezien het huidige woningtekort en de mogelijkheid voor statushouders om bij familie te wonen. De Kamer besluit over deze wet na de verkiezingen van 29 oktober.