De hulp aan kinderen en jongeren in pleeggezinnen schiet tekort door personeelstekort en gebrekkige samenwerking, blijkt uit recente inspectierapporten.
Jaarlijks krijgen ongeveer 20.000 kinderen pleegzorg en 30.000 kinderen jeugdbescherming, waarbij de begeleiding vaak verplicht is via de rechter. Het contact tussen pleegzorgbegeleiders en kinderen is vaak onvoldoende, mede door een hoge werkdruk; een begeleider heeft gemiddeld twintig kinderen onder zich, soms meer dan dertig. Dit leidt tot risico’s, omdat begeleiders dan afhankelijk zijn van rapportages van pleegouders.
Positief is dat de screening van pleeggezinnen en de matching met kinderen goed verlopen, al wacht zo’n 900 kinderen nog op een pleeggezin. Ook is er een tekort aan specialistische zorg, zoals traumahulp, met wachttijden tot een jaar. Samenwerking tussen betrokken organisaties mist duidelijke afspraken, waardoor zicht op het kind verloren kan gaan.
Medewerkers doen hun werk met inzet, maar er ontbreekt sterk leiderschap en bestuurlijke sturing om de zorg structureel te verbeteren.