In het bergachtige koninkrijk Lesotho, bekend als de 'denimhoofdstad van Afrika', liggen grote voorraden spijkerbroeken van Amerikaanse merken Levi's en Wrangler stil, omdat de naaimachines in de textielfabriek stokken in het wiel krijgen.
De oorzaak is onzekerheid over de toekomst van de African Growth and Opportunity Act (AGOA), een handelsakkoord dat Afrikaanse landen al 25 jaar zeven toegang tot de Amerikaanse markt zonder invoerrechten biedt. Het uitstel van verlenging door het Witte Huis zet tienduizenden banen op het spel, vooral in landen als Lesotho en Kenia die sterk afhankelijk zijn van de Amerikaanse vraag. Lesotho exporteerde bijvoorbeeld het afgelopen jaar textiel ter waarde van 220 miljoen euro aan de VS, wat ongeveer 11 procent van het bruto binnenlands product vertegenwoordigt.
Vooral vrouwen verliezen hun baan in de textielsector, wat de armoede in deze regio verdiept. Ook andere landen zoals Kenia en Madagaskar worden hard geraakt bij het wegvallen van AGOA. Ondertussen plaatst China zich steeds nadrukkelijker als Afrikas belangrijkste handels- en kredietpartner, wat het Amerikaanse handelsmodel onder druk zet.
Experts benadrukken dat Afrika zich meer moet richten op het toevoegen van waarde aan grondstoffen om economische groei en werkgelegenheid te stimuleren.