In augustus vonden in drie Nederlandse steden explosies plaats bij de woningen van gevangenismedewerkers, waarbij één medewerker gewond raakte.
Daarnaast werd een vierde medewerker buiten de gevangenis ernstig mishandeld met een honkbalknuppel. Deze incidenten zijn opgenomen in de voorvallenlijst van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De explosies gebeurden in Heerhugowaard, Krimpen aan den IJssel en Westzaan, waarbij huizen beschadigd werden.
De mishandeling vond plaats in Alphen aan den Rijn, waarbij de medewerker in het ziekenhuis behandeld moest worden. Volgens Jannine van den Berg, directeur gevangeniswezen, zijn deze aantallen intimidatie en geweld tegen gevangenispersoneel buiten werktijd ongekend en alarmerend. De incidenten zijn verspreid over het land en betreffen verschillende gedetineerden, wat duidt op afzonderlijke zaken.
De politie onderzoekt de gebeurtenissen, terwijl DJI intern kijkt of de aanvallen verband houden met werkgerelateerde situaties. Van den Berg benadrukt dat geweld tegen medewerkers in privécontexten de grens overschrijdt en ernstig effect heeft op hen en hun families.
