Het College voor de Rechten van de Mens heeft vastgesteld dat Nederlandse reders discrimineren bij de beloning van zeevaarders uit onder meer de Filipijnen en Indonesië.
Deze werknemers ontvangen minstens 50 procent minder salaris dan hun Nederlandse collega’s voor vergelijkbaar werk, waarbij het verschil door overuren nog groter kan zijn. De reders baseren de lagere lonen op cao-afspraken, die het loon koppelen aan het prijspeil van het woonland van de zeevarenden. Het College oordeelt echter dat armoede in het land van herkomst geen rechtvaardiging vormt voor deze loonverschillen en spreekt van discriminatie.
De branchevereniging KVNR toont zich verbaasd en vindt dat het oordeel het internationale gelijke speelveld verstoort. Toch is het oordeel juridisch niet bindend, maar rechters dienen deze wel mee te wegen bij eventuele rechtszaken. Inmiddels hebben duizenden zeevaarders zich gemeld voor gelijke betaling.
Stichting Equal Justice Equal Pay roept de sector op om de uitspraak serieus te nemen en dreigt anders juridische stappen te ondernemen.