Tijdens de klimaattop in Brazilië hebben bijna tweehonderd landen na de deadline toch een akkoord bereikt, ondanks lastige onderhandelingen en bezwaren van Colombia en de Europese Unie.
Het akkoord richt zich vooral op financiële steun voor aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, zonder expliciete afspraken over het verminderen van CO2-uitstoot of het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. De EU, onder druk van landen als Frankrijk, uitte kritiek op het ontbreken van ambitieuze klimaatdoelen, maar koos voor een "zwakke deal" boven geen akkoord. Ontwikkelingslanden, die het zwaarst door klimaatverandering getroffen worden, stemden uiteindelijk ook in met de afspraken.
Ook over het tegengaan van ontbossing konden geen bindende afspraken worden gemaakt, ondanks het initiatief van Brazilië om een bossenfonds op te richten. Inheemse leiders konden dit jaar wel hun stem laten horen tijdens de top, wat de aandacht vestigde op hun afhankelijkheid van het regenwoud. De klimaatcrisis blijft daarmee een complex vraagstuk zonder duidelijke oplossingen in het slotakkoord.

