HOORN - De gemeente Hoorn biedt geen excuses aan voor het slavernijverleden. Dat heeft de gemeenteraad besloten. “Natuurlijk zijn er best wat bezwaren tegen de slavenhandel te bedenken, maar feit is dat onze stad zónder slavenhandel nooit zo mooi zou zijn geworden”, zegt de Hoornse stadshistoricus Reinier Hoogerbeets.
Een meerderheid in de Hoornse gemeenteraad is tegen het aanbieden van excuses voor het slavernijverleden. “Het zou wel mooi zijn als er een soort gemeentelijk ‘dankjewelmoment’ komt”, aldus Hoogerbeets. “Kijk eens naar de prachtige, historische gebouwen in onze stad. De enorme rijkdom die Hoorn aan de slaven te danken heeft, is nog steeds goed te zien. Ik zou het mooi vinden als we namens de gemeente een welgemeend ‘dankjewel’ uitspreken.”
Hoorn speelde in de zeventiende en achttiende eeuw een belangrijke rol in de Nederlandse slavenhandel. “Onder aanvoering van gouverneur Jan Pieterszoon Coen, die met een groot standbeeld in het centrum van Hoorn is afgebeeld, vergaarde de stad grote rijkdom aan de handel in slaven en vooral aan het werk dat zij deden”, weet Hoogerbeets. “We kunnen daar nu van alles van vinden, maar zeker voor die tijd was het een geweldige business case en een sterk staaltje Hoorns ondernemerschap. Ik ben blij dat de gemeenteraad dat nu nogmaals heeft erkend.”
