Sonja Fraaijs (40) leidde een onbezorgd leven. Tot die noodlottige dag in juli. “Het gebeurde in mijn eigen slaapkamer. Drie keer stak ze op me in. Het is een wonder dat ik er zo goed vanaf ben gekomen. Dit had heel anders kunnen aflopen”, vertelt Sonja.
Van het moment zelf kan Sonja zich weinig herinneren. “Het moet midden in de nacht geweest zijn. Ik sliep half. In mijn onderbewustzijn hoorde ik wel iets in mijn slaapkamer, maar ik dacht dat het mijn man was. Hij ging vaak heel laat naar bed. En ineens was er die pijn.”
Sonja werd drie keer gestoken. “Een keer vlak bij mijn schouderblad en twee keer vlak boven mijn rechter long, die gelukkig niet geraakt werd. Ik mag van geluk spreken dat ik er niets blijvends aan over heb gehouden.”
De lichamelijke schade viel misschien mee, maar psychisch veranderde er tijdens die rampzalige nacht veel. “Ik durf nog steeds niet te gaan slapen. En als ik slaap, heb ik nachtmerries. Keer op keer hoor ik weer dat geluid. En dan die jeuk”, vertelt Sonja. “En natuurlijk zijn er de vragen. Waarom? Waarom ik? Wat had ik kunnen doen om dit te voorkomen? Waarom had ik geen deet, of een klamboe gebruikt?”
Alleen al in Nederland worden elke zomer miljoenen mensen gestoken, maar vaak worden de daders zelf ook slachtoffer.