OSLO - Het beroemde schilderij ‘De Schreeuw’ is altijd getypeerd als een psychisch zelfportret van schilder Edvard Munch, nu blijkt dat de vork toch anders in de steel zit.
Tot nu toe werd gedacht dat het expressionistische werk ‘De Scheeuw’ een weergave zou zijn van het onmachtige en depressieve gevoel dat de Noorse kunstenaar Edvard Munch zou hebben gekregen bij de aanblik van de ondergaande zon. Hij zou hebben gevoeld hoe het landschap tegen hem ‘schreeuwde’ en zijn handen voor zijn oren hebben gehouden om zich tegen deze kwelling te beschermen. Dat Munch’ pijn in werkelijkheid werd veroorzaakt door en Legosteentje, is pas recentelijk ontdekt.
Op een avond wandelde Munch met vrienden terug naar huis. Ze keuvelden nog even op de stoep waarna de nietsvermoedende Edvard naar binnen ging. Toen hij zijn schoenen had uitgetrokken en via de speelkamer richting zijn bed wilde vertrekken, stond hij op een legosteentje van 2×2 centimeter. Na de immense allesovertreffende pijn die zijn voetbed en hak teisterde, wist Edvard tegen alle verwachtingen in zijn bed huilend te bereiken waar hij getroost werd door zijn vriendin Millie.
De dag daarop schilderde hij ‘De Schreeuw’. Zelf zei hij hierover dat de ervaren pijn bijna niet te vatten valt in woorden, maar ook niet in een schilderij. Toch hoopte hij dat de komende generaties voor altijd gewaarschuwd zullen zijn voor het onheil dat rondslingerende Legoblokjes teweeg kunnen brengen.