De actiegroep ‘Stalagmieten en Stalactieten Nee!’ strijdt al jaren tegen de stigmatiserende benaming van de twee natuurverschijnselen. De actiegroep wil dat de namen worden aangepast en lijkt daar eindelijk in te worden gehoord.
In vrijwel elke grot zijn stalagmieten en stalactieten te zien: druipsteenkegels die uit het plafond of de vloer van de grotten zijn ontstaan. Maar door de benaming kan het druipende gesteente door bepaalde groepen in de samenleving als kwetsend worden ervaren.
Madelijne Parelhoef is voorzitter van de actiegroep ‘Stalagmieten en Stalactieten Nee!’ en is erg blij dat haar hartenkreet eindelijk wordt gehoord: “De benamingen van deze natuurverschijnselen zijn superseksistisch en homofoob. De woorden tieten en miet zouden nergens meer gebruikt mogen worden. En al zeker niet voor onschuldige natuurfenomenen.”
De actiegroep heeft ook al nagedacht over nieuwe namen: “We willen dat de namen van deze natuurverschijnselen minder stigmatiserend worden en voor iedereen draagbaar zijn. Dus zitten we voor de stalagmieten te denken aan de naam: ‘fallussymbool van haatdragende witte man’. En voor de stalactieten aan: ‘vermoorde witte man opgeknoopt aan zijn voeten zal het hoogstwaarschijnlijk aan zichzelf te danken hebben’. Op deze manier kan iedereen weer zonder pijn in de buik en vol oprechte onschuld grotten gaan bezoeken.”