“Ik kom echt schrijnende situaties tegen. Kinderen die denken dat ik door de overheid gestuurd ben en geen cadeautjes willen accepteren, omdat ze denken dat er een chip in zit. Dat soort dingen maak ik mee”, zegt Wim Kelderbalk uit Almere. Ook dit jaar brengt hij als complotsinterklaas een bezoek aan complotgezinnen.
Wim steekt een hand met pepernoten uit en langzaam komt het meisje dichterbij. “Kom maar, niet bang zijn”, zegt hij met een rustige stem. Uiteindelijk durft het kind een paar pepernoten te pakken. “Goed zo”, moedigt hij haar aan. “Zag je wat er net gebeurde? Het lijkt heel simpel, maar voor dit kind is dit een enorme stap.”
“Je moet vooral veel geduld hebben met deze kinderen”, vertelt Wim. “Ze hebben vaak jarenlang allerlei onzin aangehoord. Ze wantrouwen alles en iedereen. Met de juiste begeleiding kunnen ze weer genieten van Sinterklaas zonder overal wat achter te zoeken, maar het kost veel tijd.”
Een ander kind, een jongen van een jaar of drie, kijkt angstig als Wim de kamer binnenkomt. “Wef! wef!”, lijkt het kind te blaffen. “Nee, hij doet geen hondje na. Hij verwijst naar het World Economic Forum”, legt Wim uit. “Veel kinderen uit complotgezinnen zijn bang dat ik van het WEF ben, of een hagedis. De grootst mogelijke kolder is hen aangepraat. Ze geloven eigenlijk alles, behalve Sinterklaas. Bij dit kind komt het niet meer goed. Het zit te diep. Maar de meeste kinderen krijgen na een bezoekje van de complotsinterklaas weer wat vertrouwen in de wereld. Soms durven ze zelfs weer hun schoentje te zetten. Daar doe ik het voor.”
