DEN HAAG - PVV-leider Geert Wilders heeft opnieuw de gemoederen verhit door zich in ongekend harde bewoordingen uit te spreken tegen geweld. “Ik ben tegen iedere vorm van geweld”, zei Wilders, waarmee hij meteen de deur dicht smeet voor nuance.
Volgens deskundigen gaat de politicus hiermee veel te ver. “Met zo’n uitspraak verdeel je de samenleving in twee kampen: mensen die geweld prima vinden, en mensen die er faliekant tegen zijn”, legt socioloog Ferdinand Dusse uit. “Die scheidslijn is dodelijk voor het publieke debat. Waar is nog ruimte voor de gematigde middenpositie, bijvoorbeeld mensen die alleen in het weekend wat lichte rellen willen?”
De oproep van Wilders komt na de ongeregeldheden in Den Haag, waar demonstranten stenen gooiden, een politieauto in brand staken en het partijkantoor van D66 vernielden. Veel relschoppers voelen zich nu in een hoek geduwd. “Het is jammer dat hij ons zo laat vallen”, zegt een 23-jarige demonstrant, terwijl hij een verkeersbord uit de grond wrikt. “Er wordt gedaan alsof ik fout zit, terwijl ik gewoon mijn cultuur uitoefen.”
“Met roekeloze de-escalatie maakt Wilders de kloof in de samenleving alleen maar groter”, zegt Dusse. “Met zijn radicale pacifistische standpunten slaat Wilders het draagvlak onder geweldplegers weg. De grote vraag is hoe lang Nederland dit soort radicale anti-geweldstaal nog kan verdragen.”
