Als kind wist Ab (48) het al: ik word later stoplicht. Gefascineerd was hij door de palen met rood, oranje en groen licht. Nu is hij er een.
De weg naar zijn droombaan was langer dan hij dacht. “Van verkeersregelaars wordt verwacht dat zij in ieder geval hun basisschool hebben afgerond. Maar dan ben je er nog niet. Je moet alle kleuren kennen en ook beeldend kunnen zijn met je lichaam. Het is een heel verantwoordelijk beroep. Het hele verkeer is afhankelijk van je”, vertelt Ab trots.
Ab steekt zijn hand op naar auto’s die direct stoppen. Hij wenkt een andere rij auto’s, terwijl hij quasi nonchalant de andere kant op kijkt. “Zonder mij zou het een chaos worden. Ik help de mensen”, vertelt hij, terwijl hij zijn armen wijd spreidt en het verkeer langs hem raast.
Soms krijgt Ab negatieve reacties. “Dat zijn mensen zonder geduld. Die gaan dan toeteren, omdat de weg al vrij is. Maar een stoplicht moet toch zijn tijd krijgen om op groen te gaan. En dan blijf ik net zo goed nog wat langer op rood.”
Gelukkig zijn de meeste weggebruikers vriendelijk. “Mensen zwaaien vaak even. Als dank, omdat ze dankzij mij door kunnen. Heel aardig bedoeld, maar het leidt wel af. Stel je voor dat ik terug zou zwaaien, dan is gelijk het hele verkeer ontregeld.”
Ab gaat helemaal op in zijn beroep. “Nu sta ik op rood”, zegt hij. Even later verandert hij weer zijn positie. “Groen. Snap je?”