Er lijkt een verband te bestaan tussen het coronavaccin en taalbeheersing. De vaccinatie heeft mogelijk een gunstige invloed op de taalvaardigheid. Dat blijkt uit een studie van taalkundige Godfried Ruysch.
Ruysch bestudeerde ruim vierduizend Facebookreacties en tweets van zowel gevaccineerde als ongevaccineerde Nederlanders. Hij ontdekte een aanmerkelijk niveauverschil. “Wat direct opvalt is dat de zinsbouw, grammaticale kennis en interpunctie van ongevaccineerden beduidend slechter is. Bovendien gebruiken ongevaccineerden significant meer krachttermen. Hetzelfde geldt voor tegenstanders van de coronamaatregelen”, aldus Ruysch.
Uit het onderzoek blijkt dat 61 procent van de vaccinweigeraars in elke zin tenminste één taalfout maakt. 24 procent blijkt helemaal niet in staat om een coherente zin te vormen. Bij de gevaccineerden ligt dat percentage op slechts 4 procent.
Of de prik werkelijk zorgt voor een betere taalbeheersing is volgens Ruysch nog niet zeker: “Mogelijk is het verschil in geletterdheid een direct gevolg van de vaccinatie. Het is ook mogelijk dat ongevaccineerden vóór de pandemie al geen fatsoenlijke zin op papier konden zetten. Dat moet nog nader worden bestudeert.”