GRONINGEN - Lege terrassen, lege hotelkamers, verlaten campings en vakantieparken. Dat is volgens lokale bewoners het treurige gevolg van het sluiten van de Groningse gaskraan. Horecabaas Herman Benus ziet de toekomst somber in. “Duizenden ondernemers hebben afgelopen jaren flink geïnvesteerd in hun accommodaties. Het lijkt allemaal voor niets geweest”, vertelt hij.
Ruim zestig jaar geleden begon men in Groningen naar gas te boren. De eerste veertig jaar leverde dat alleen gas op, maar de laatste jaren ontstonden er steeds meer aardbevingen. “Duidelijk een win-win situatie”, weet Benus. “In Amerika had je al langer de zogenaamde ’tornadohunters’ die voor de kick en de wetenschap tornado’s probeerden te lokaliseren en er zo dicht mogelijk naartoe te rijden. In Nederland ontstond een vergelijkbare beweging, maar dan met aardbevingen. Al snel kwamen vanuit alle hoeken van de wereld mensen naar Groningen om een beving mee te maken. Bovendien wilden veel ramptoeristen de puinhopen die de bevingen veroorzaakten komen bekijken.”
Dit alles leidde in Groningen tot een bruisende toeristische industrie. Ondernemer Reike Veenstra baalt dat dat nu voorbij is. “Op het gebied van bevingstoerisme zijn landen als Japan en Indonesië natuurlijk de wereldspelers, maar we timmerden lekker aan de weg om als klein landje in de top 5 terecht te komen”, vertelt de teleurgestelde Groninger.
Dat het demissionaire kabinet toch heeft besloten om de gaskraan dicht te draaien ondanks politieke druk vanuit Groningen, vindt Reike egoïstisch en kortzichtig: “Groningen heeft toeristen helemaal niets te bieden, behalve de aardbevingen. En nu raken we die ook nog kwijt.”