DEN HAAG - De sterke tegenstellingen tussen partijen in de Tweede Kamer gaan ten koste van de patat-of-friet-discussie. Dat zegt de brancheorganisatie van Nederlandse snackbaruitbaters BONS.
Nog altijd is in ons land geen overeenstemming over de benaming van gefrituurde aardappelreepjes. De noordelijke provincies geven de voorkeur aan patat, terwijl de zuidelijke provincies liever spreken over friet. Maar terwijl in de Tweede Kamer wel wordt gesproken over klimaatmaatregelen en koopkracht, verdwijnt de patat-of-friet-discussie steeds verder naar de achtergrond.
“Ik begrijp dat andere thema’s momenteel belangrijk zijn, maar hierdoor is er nauwelijks nog aandacht voor het patat-of-friet-probleem. Het lijkt alsof een fatsoenlijke discussie over patat of friet in ons land niet meer gevoerd mag worden”, zegt BONS-woordvoerder Jan-Peter Wijlebelt.
Wijlebelt hoopt dat de patat-of-friet-discussie weer een prominentere plek in de samenleving krijgt: “Een akkoord lijkt verder weg dan ooit. Ik spreek nadrukkelijk geen voorkeur uit, maar ik vind het wel belangrijk dat we met elkaar in gesprek blijven. Hoe kunnen we in godsnaam een fatsoenlijk debat voeren, als we het nog niet eens kunnen worden over patat?”
