DRIEBERGEN - Oudere automobilisten gebruiken in het verkeer veel te weinig hun middelvingers om andere bestuurders te corrigeren. Dat zegt verkeersdeskundige Gerard Oefermans. Vaak weten ouderen niet wanneer de middelvinger moet worden opgestoken en wanneer niet.
“Tijdens het besturen van een auto moet je niet alleen letten op je eigen rijgedrag, maar ook op dat van anderen. De middelvinger is een belangrijk instrument om andere weggebruikers op hun fouten te wijzen”, zegt Oefermans. “Jongere weggebruikers gebruiken hun middelvinger meestal wel goed, maar vooral ouderen weten niet precies wat de regels ook al weer zijn. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties.
“Ouderen zijn vaak huiverig om andere weggebruikers met de middelvinger aanwijzingen te geven. Ze vinden dat niet netjes, terwijl het natuurlijk absoluut niets te maken heeft met fatsoen. Het is juist erg asociaal om andere automobilisten niet op hun fouten te wijzen, want daardoor kunnen ongelukken ontstaan”, aldus de verkeersdeskundige.
“We zien bijvoorbeeld regelmatig dat automobilisten veel te lang bumperkleven achter een oudere, gewoon omdat ze niet gecorrigeerd worden. Als iemand te dicht op je achterbumper rijdt, is het belangrijk dat je even je middelvinger toont. Daarmee vraag je op een nette manier om wat meer afstand.”
