Over de opvang van asielzoekers bestaat veel onduidelijkheid. Veel mensen denken dat asielzoekerscentra in ons land een soort hotels zijn. Maar is dat echt zo? Corstiaan Akel van het Centraal Registratiepunt Asielzoekers leidde ons rond in een van de opvanglocaties.
Het eerste wat opvalt zijn de karige faciliteiten in de gezamenlijke woonkamer. Op de eettafel staat een eenvoudig bosje bloemen. Er hangt wel een flatscreen, maar zonder surroundset. “Onze bewoners kijken ’s avonds meestal televisie, maar met dat blikkerige geluid kun je echt niet fatsoenlijk van een film genieten”, zegt Akel. Verder is er niet veel te doen.
Het sanitair in het asielzoekerscentrum doet denken aan een gemiddeld rijtjeshuis uit de jaren ’60. In de badkamer mogen we geen foto’s maken. “Het is niet eens een badkamer, want er is geen bad”, moppert Akel. “Mensen die net uit de oorlog gevlucht zijn, hebben behoefte aan een warm bad. Nu kunnen ze alleen douchen.”
De slaapkamers zijn al even sober. De bedden zijn opgemaakt met eenvoudige, witte lakens en een dekbed. Aan de muur hangt niets, zelfs geen schilderijtje. Als je hier binnenkomt, krijg je niet het gevoel dat je heel welkom bent.
Akel hoopt dat de asielopvang snel verbetert. “Het is echt mensonterend. Zelfs ouderen in een verzorgingshuis hebben het beter voor elkaar. Dat kán toch niet?”