Door een tekort aan huisartsen en patiëntenstops bij bestaande praktijken zitten tienduizenden mensen zonder huisarts.
Om dit probleem aan te pakken, gaan zorgverzekeraars vanaf 2026 structureel financiële steun bieden aan huisartsen die een nieuwe praktijk willen starten. Deze steun richt zich op zogenoemde nulpraktijken, die nog geen patiënten hebben, en helpt vooral in gebieden waar patiëntenstops gelden. Huisartsen krijgen een vaste vergoeding per patiënt om de beginperiode financieel te overbruggen.
De Landelijke Huisartsenvereniging benadrukt dat ook gemeenten en regionale huisartsenorganisaties een belangrijke rol moeten spelen, bijvoorbeeld door bij nieuwbouwprojecten zorgvoorzieningen te faciliteren. Een voorbeeld hiervan is Oosterhout, waar dankzij een nieuwe praktijk de patiëntenstop werd opgeheven. Naast financiële steun is begeleiding bij praktische zaken, zoals administratie en ICT, essentieel om startende huisartsen te ondersteunen.
De samenwerking tussen zorgverzekeraars, zorggroepen en regionale organisaties is cruciaal om het tekort aan huisartsen te verminderen en zo de toegang tot huisartsenzorg in Nederland te verbeteren.
