Een fabrieksbakker uit Panningen heeft geen gelijk gekregen in zijn bezwaar tegen de strenge regels voor het predicaat 'Limburgse vlaai’.
Het ministerie van Landbouw heeft bepaald dat een erkende Limburgse vlaai dagvers moet zijn: deze moet de avond of nacht voor verkoop gebakken worden. Dit is een van de eisen voor het BGA-keurmerk, waarmee de Limburgse vlaai sinds januari 2024 als Europees beschermd streekproduct erkend is. De bakker uit Panningen leverde aan supermarkten door heel het land en wilde de houdbaarheid oprekken naar zes dagen, om zo voedselverspilling te beperken.
Volgens hem hebben kleinere bakkerijen hierdoor een voordeel, aangezien zij makkelijker aan de dagverse eis voldoen. De Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemersvereniging stelt echter dat dagverse producten ook via supermarkten verkrijgbaar zijn. Niet-dagverse vlaaien mogen wel verkocht worden, maar niet onder de naam ‘Limburgse vlaai’.
De bakkerij kan tot 19 september in beroep gaan.
