In Nederland is het aantal procesafspraken tussen verdachten en het Openbaar Ministerie (OM) in drie jaar tijd sterk gestegen, met ongeveer 550 gevallen.
Deze afspraken houden in dat verdachten in ruil voor een lagere straf afzien van een uitgebreide rechtszaak, wat tijd bespaart. Sinds de Hoge Raad eind 2022 toestemming gaf voor deze methode, is het gebruik ervan toegenomen, vooral bij drugshandel- en witwaszaken. Procesafspraken vereisen goedkeuring van de rechter, die controleert of er genoeg bewijs is en of de straf eerlijk is.
Dit systeem ontstond om de overvolle rechtbanken te ontlasten en langdurige procedures te voorkomen. Hoewel het OM maximaal een derde strafvermindering mag bieden, waarschuwen experts dat dit niet mag leiden tot achterkamertjesjustitie. Procesafspraken worden vooral positief beoordeeld in zaken zonder geweld, maar worden niet toegepast bij ernstige delicten zoals moord of zedenmisdrijven.
Wetgeving hierover is nog in ontwikkeling, maar betrokken partijen vertrouwen op hun eigen oordeel bij het maken van deals.

