De vogelopvang in Utrecht heeft deze zomer te maken met een uitzonderlijke toestroom van gierzwaluwen.
Door de aanhoudende hitte raken veel jonge vogels uitgedroogd of vallen ze uit te warme nestkastjes. Volgens beheerder Kerstin Steinhart zijn er de afgelopen weken meer dan veertig gierzwaluwen opgevangen. De verzorging vergt veel inzet: iedere twee uur worden de vogels individueel gevoerd, wat per vogel zo’n drie minuten kost.
De stijgende temperaturen veroorzaken problemen doordat veel nestkastjes op ongunstige plekken hangen, meestal niet in de schaduw. Dit leidt ertoe dat de vogels nauwelijks overlevingskansen hebben als ze uit het nest vallen, omdat hun pootjes te kort zijn om op de grond voort te bewegen. Steinhart roept op om nestkastjes op minimaal drie meter hoogte aan de noord- of noordoostkant op te hangen en voor voldoende schaduw te zorgen.
Dit vergroot de overlevingskansen van de jonge gierzwaluwen aanzienlijk.
