De cao-lonen zijn in het vierde kwartaal op rij minder hard gestegen dan een jaar eerder, zo blijkt uit cijfers van het CBS.
In de afgelopen drie maanden stegen de lonen met 4,6 procent, tegenover 6,3 procent in dezelfde periode vorig jaar. De lonen bij de overheid namen met 3,1 procent het minst toe, terwijl de lonen in de zorg (5,1 procent) en het bedrijfsleven (4,8 procent) het meest stegen. CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen benadrukt dat het toch een aanzienlijke stijging is, mede door de krappe arbeidsmarkt en cao-afspraken met vakbonden die de lonen helpen op peil te houden ten opzichte van de inflatie.
Ondanks de afvlakking van de loonstijging is de koopkracht volgens het CBS nog steeds in positieve zin beïnvloed, doordat de lonen harder stijgen dan de prijzen. Het Centraal Planbureau verwacht voor de toekomst een koopkrachtstijging van 1,3 procent.