De Raad van State heeft scherp kritiek geuit op het kabinetsvoorstel van demissionair minister Keijzer (BBB) om de voorrang voor statushouders bij sociale huurwoningen te schrappen.
Volgens het belangrijkste juridische adviesorgaan leidt dit tot ongelijke behandeling, wat strijdig is met de Grondwet. Statushouders, oftewel vluchtelingen met een verblijfsvergunning, bevinden zich al in een kwetsbare positie op de woningmarkt. Het voorstel beperkt gemeenten in hun mogelijkheid om deze achterstand te compenseren via urgentiecategorieën.
De Raad noemt het onrealistisch dat de aangekondigde maatregelen de positie van statushouders op tijd zullen verbeteren. Los daarvan is er ook een plan van de PVV aangenomen dat statushouders geen urgentieverklaring meer mag geven, zelfs niet in noodsituaties. Minister Keijzer wil dit plan echter schrappen vanwege juridische bezwaren.
Verder blijkt dat de voorgenomen opsplitsing van de Raad van State niet doorgaat, ondanks een motie van de Tweede Kamer. De vrijgekomen middelen worden ingezet voor extra gevangeniscapaciteit.