Carlos Mazón, leider van de Spaanse regio Valencia, treedt een jaar na de verwoestende overstromingen af.
De ramp, die op 29 oktober vorig jaar plaatsvond, eiste 229 levens en veroorzaakte miljarden euro's schade. Mazón kreeg vanaf het begin felle kritiek, vooral vanwege zijn reactie tijdens de crisis. Op de dag van de watersnood was hij urenlang aan het lunchen met een journaliste, zonder zich te bekommeren om het gevaar, wat leidde tot te late waarschuwingen aan bewoners.
Daarnaast kwam de hulpverlening traag op gang. Bij officiële bezoeken aan het rampgebied werden Mazón en andere autoriteiten bekogeld met modder. Tijdens een recente herdenking werd hij zelfs uitgescholden door nabestaanden.
In zijn ontslagbrief erkent Mazón zijn fouten en verwijt hij ook het nationale bestuur onvoldoende steun te hebben geboden. Hij blijft aan tot een opvolger is gekozen. Zijn aftreden volgt op politieke druk en een naderende rechtszaak waarin zijn nalatigheid wordt onderzocht.
