Na het anti-immigratieprotest op het Malieveld in Den Haag, waarbij rellen uitbraken, spreekt de politievakbond ACP haar zorgen uit over het gebrek aan voldoende middelen voor de Mobiele Eenheid (ME).
Tijdens de demonstraties, die aanvankelijk vreedzaam waren, escaleerde de situatie toen demonstranten de snelweg A12 blokkeerden en stenen en flessen naar agenten gooiden. De ME, bestaande uit reguliere agenten, werd geconfronteerd met doelbewuste aanvallen waarbij collega’s werden geïsoleerd en ernstig verwond konden raken. Volgens ACP-bestuurder Patrick Fluyt kwam het gebruik van vuurwapens gelukkig niet aan de orde, wat te danken is aan de professionaliteit van de ME’ers.
De bond pleit voor extra uitrusting, zoals beanbags — zakjes met loden kogeltjes die flinke pijn toebrengen zonder blijvend letsel te veroorzaken — om relschoppers op afstand te houden. Huidige middelen als pepperspray en tasers zijn volgens Fluyt onvoldoende of zelfs gevaarlijk in dit soort situaties. Tijdens de rellen zijn 37 mensen aangehouden en raakten vier agenten en zeven journalisten gewond.
Ook werden antisemitische leuzen geroepen en omstreden vlaggen, waaronder de NSB-gerelateerde Prinsenvlag, getoond.
