Philips heeft ondanks Amerikaanse importheffingen een sterk kwartaal gerealiseerd met een omzet van 4,3 miljard euro en een winst van 187 miljoen euro, iets hoger dan vorig jaar.
Het bedrijf ondervindt beperkt hinder van wereldwijde spanningen, waarbij Noord-Amerika volgens topman Roy Jakobs een robuuste markt blijft. Vooral op het gebied van persoonlijke hygiëne, mede dankzij de verkoop van nieuwe scheerapparaten en ontharingslasers, liet Philips een groei van ruim 10 procent zien. Daarentegen blijft de omzet van medische apparatuur stabiel, vooral door tegenvallende vraag in China, waar de pandemie en streng overheidsbeleid een rem vormden.
De problemen rond Nexperia, het chipbedrijf met Chinese betrokkenheid, hebben Philips niet negatief getroffen. Het bedrijf profiteerde van lessen uit de coronacrisis door alternatieve leveranciers te vinden voor essentiële chips, waardoor de productie van medische apparaten ongestoord door kon gaan.

