De Haagse politie onderzoekt een mislukte poging om een Prinsenvlag te plaatsen op het partijbureau van D66.
In de nacht van dinsdag op woensdag probeerde een onbekende groep de D66-vlag te vervangen door de Prinsenvlag, een symbool dat tegenwoordig door extreemrechts en vroeger door de NSB wordt gebruikt. De actie, die werd vastgelegd op beveiligingscamera, mislukte. D66-leider Rob Jetten noemde het een vorm van politieke intimidatie en deed aangifte.
Hoewel het wisselen van een vlag niet strafbaar is, neemt de politie de zaak serieus. Eerder beschadigde een anti-immigratieprotest het partijbureau waarbij onder meer ruiten werden ingegooid en een brandende container tegen het pand werd geduwd. De steiger die bij de recente poging werd gebruikt, stond er vanwege herstelwerkzaamheden aan de eerder ontstane schade van ongeveer 34.000 euro.
De politie laat weten alert te zijn en het onderzoek is in volle gang. Jetten benadrukt dat deze actie gericht was en geen willekeurige gebeurtenis.