In Nederland worden steeds meer dieselbussen vervangen door elektrische exemplaren, wat bijdraagt aan de verduurzaming van het openbaar vervoer.
Eind 2024 was een kwart van de ongeveer 9000 bussen in Nederland elektrisch, met als doel om in 2030 volledig emissievrij te zijn. Echter, elektrische bussen zijn gemiddeld zo’n 15 ton zwaar, aanzienlijk zwaarder dan de dieselbussen van circa 9 ton. Dit gewicht zorgt voor extra slijtage aan wegen, vooral op binnenwegen die niet ontworpen zijn voor zwaar verkeer.
Daarnaast veroorzaken de zware bussen trillingen, vooral bij het passeren van drempels, wat leidt tot overlast voor omwonenden. Gemeenten ondernemen actie door drempels weg te halen, busroutes aan te passen of ondergrondse trillingsschermen te plaatsen. Terwijl sommige regio’s zoals Groningen al preventieve maatregelen nemen, ervaren andere regio’s problemen zonder eenvoudige oplossingen.
De ontwikkeling gaat door, met lichtere busmaterialen en batterijen in het vooruitzicht. Vervoerders en overheden werken samen aan zowel de verduurzaming van bussen als de aanpassing van de infrastructuur om overlast en schade te beperken.
