In Belém, Brazilië, hebben meer dan 60.
000 mensen deelgenomen aan een grootschalige klimaatmars, gelijktijdig met de VN-klimaattop COP30. De mars zag een brede vertegenwoordiging van inheemse bevolkingsgroepen, internationale milieuorganisaties en maatschappelijke groepen. Voor het eerst in jaren konden demonstraties op deze schaal plaatsvinden, aangezien eerdere klimaattoppen vaak in landen met autoritaire regimes werden gehouden.
De inheemse deelnemers benadrukten het belang van inspraak in besluitvorming, met slogans als „Geen besluitvorming over ons, zonder ons”. Ze uitten kritiek op hun beperkte toegang tot de vergaderzone van de top, de zogenaamde blauwe zone. Ook was er kritiek op de Braziliaanse president Lula da Silva, die ondanks zijn inzet voor de Amazone, oliewinning in het regenwoud ondersteunt.
Tijdens de mars werden symbolen uit de inheemse cultuur gebruikte, zoals een lange slang en reuzenpadden, als teken van verbondenheid met de natuur. Lula lanceerde het Tropical Forest Forever Facility-fonds om ontbossing tegen te gaan, maar de meningen over dit initiatief zijn verdeeld. De COP30 wordt deze week afgesloten met onderhandelingen over een slotakkoord.

