De Duitse Bondsdag heeft met een nipte meerderheid ingestemd met omstreden pensioenmaatregelen, waarmee een regeringscrisis is afgewend.
Ondanks verzet van een groep jonge coalitieleden van CDU/CSU, konden 319 parlementsleden voor het pakket stemmen. Bij een kleine verschuiving in het stemmenaantal had de coalitie afhankelijk geweest van oppositiezetels. Het belangrijkste twistpunt was de verhoging van het minimumpensioen tot 48 procent van het gemiddelde loon, wat jonge leden te duur en onrechtvaardig vonden vanwege de kosten van ongeveer 120 miljard euro.
Bondskanselier Merz riep op tot stabiliteit en dreigde met ontslag van zijn kabinet om dissidenten op de lijn te krijgen. Hoewel sommige jonge CDU/CSU-leden instemden, stemden leiders van de jongerenorganisatie Junge Union tegen. Met deze goedkeuring herstelt Merz gedeeltelijk zijn gezag, maar interne spanningen blijven.
De coalitie kan nu op korte termijn verder, maar toekomstige pensioenbesluiten beloven moeizamer te worden.

