AMSTERDAM - Verschillende milieuorganisatie klagen de Nederlandse staat aan voor het gebruik van steenkolenengels. Volgens de stichting Orange Earth werd de taal vooral in de jaren ’60 en ’70 extreem vaak gebruikt, maar zouden taal en steenkool vandaag de dag nog steeds worden vermengd.
Steenkolenengels is een hybride-taal die rond 1900 werd ontdekt. Zeelieden en havenarbeiders handelden in Engeland veelvuldig in steenkool, wat leidde tot een fossiele verbastering van het normale Engels. In de jaren ’60 begon Nederland steeds meer internationale betrekkingen te onderhouden met een forse toename van het gebruik van de taal als gevolg. Milieuorganisaties lieten een milieueffectrapportage opstellen en de conclusie is ontluisterend.
Grote vervuilers bevinden zich van oudsher in de regio Den Haag. Met de komst van het nieuwe kabinet is het gebruik van steenkolenengels alleen maar toegenomen, vooral door bewindslieden als Dick Schoof.
Ook vanuit de havens wordt met angst naar het onderzoek gekeken. Woordvoerder Johnny de Gou gebruikt de taal nog volop en is bang dat steenkolenengels weleens een nieuw stikstofdossier kan worden. Op een bijeenkomst voor havenarbeiders in Londen sprak hij zijn Engelstalige collega’s toe: “Earlier it looked ok to use stonecole English. But nowadays everbody is screaming homicide and fire.”
